Humor en Geluk

Voor veel mensen lijkt het nog steeds alsof humor weinig betekenis heeft voor mensen. Toch kunnen we beter eens goed om ons heen gaan kijken naar slechts een paar grote voorbeelden die ons als mens gegeven zijn in het leven dat wij mogen ontvangen. Veel humor komt namelijk voort uit een lijden. Het woord PASSIE heeft alleen al een directe verwijzing naar het begrip GELUK en het is gemakkelijk om een paar voorbeelden hiervan aan te wijzen. Toen ik in de jaren 50 en 60 opgroeide  was humor zeker niet onbelangrijk. De humor ligt altijd op straat en zorgt er voor dat mensen kunnen overleven. Mijn vader en mijn ooms genoten bijvoorbeeld allemaal van de grapjes van Sampie en Mosie die heel erg vaak, heel toevallig eens in de Amsterdamse Kalverstraat liepen. Natuurlijk herkenden mijn vader en mijn ooms dat, want daar waren ze immers zelf als schoffies opgegroeid? Ook een Joodse man die de mopjes had willen bedenken en zelfs officieel die Mosie was (Hij heette dus Max Tailleur en officieel Mozes Tailleur) Maar ook het hele verhaal van Anne Frank blikt terug op een meisje dat verbleef in de zogenaamde Jordaan, een volkswijk waar je in de Gouden Eeuw niet altijd veilig door heen kon trekken. Veel rijkgestelde rijkaards meden die wijk dan ook maar. Maar hier in de Anjeliersstraat ontstond in die zelfde Gouden Eeuw ook het Nederlandse poppenspel met een zogeheten Jan Klaassen en Catarine Peters die er met elkaar in het huwelijk waren getreden. Nee, lezen en schrijven konden de meesten er niet en hun huwelijkse acte is dus nog ondertekend met een kruisje. De humor lag op straat, want waarom zouden ze in de Gouden Eeuw nog moeten werken? Er was toch immers geld genoeg gestolen voor iedereen?

De roddel op straat of de moordenaar die trompet wil spelen?

Het begon allemaal met Catarine of Katrijn die vrolijk maar ladderzat haar verhaal in de Amsterdamse volkswijk de Jordaan ging rondvertellen. Jan Klaassen die eens van beroep " voortrekker" was, had het wel met zijn werk bekeken, nam ook wel eens een borreltje, maar zeker niet in die maten van zijn vrouw Katrien dat deed. Jan vond dat niet leuk natuurlijk, want moest Katrijn hem nou zo tot schande maken door dronken door de straten te zwalken? Hierdoor ontstond er een huwelijk vol ruzie. En zo ontstond dus eens het idee bij Jan om die ruzies dan ook maar eens naar buiten te gaan gooien. Je kon immers van je leven niet een moordkuil maken en zo maakte Jan van wat oud hout hun ruzie-huisje na. Maakte daar een paar houten poppen bij die  hij de naam van Jan en Katrijn gaf en ging ermee de straat op. En zo gooide Jan dus hun prive de straat op door zijn eigen situatie na te gaan spelen met poppen. Alle mensen, rijk en arm herkenden er toen vreselijk veel in, smulden er van en wilden Jan er zelfs nog geld voor geven ook om het vooral te blijven doen. Kortom een gouden handel in de Gouden Eeuw die dus werkelijk heeft plaatsgevonden en die nog niet zo heel erg bekend is geworden. Men luisterde immers in Nederland liever naar het brave verhaaltje van een soldaat die trompetter was geworden? Nee niet dit zondige werkelijk gebeurde verhaal in de gevaarlijke achterbuurt de Jordaan, want dat verhaal ging de meeste mensen toch echt wel iets te ver. Maar ondanks het grootste vermaak dat Jan Klaassen op straat vertoonde, was de gemeente hier allerminst blij mee en schaamde zich diep voor dit schaamteloos poppenkast van Jan. Jan en Katrijn werden toen dus door de politie  beiden in een huis van bewaring bewaring gesteld. Want de staat wilde natuurlijk dat de orde gehandhaaft werd, ook al leefden ze dan in de Gouden Eeuw. Deze zeer bittere klank van pure roddel kon men in Nederland natuurlijk ook niet echt trots op zijn, dus daarom maar dat verhaal van die trompetter erbij bedacht. Tja aan u zelf natuurlijk de keus. Het verhaal van de pure schande die op straat gebracht werd? of het verhaal van een arme soldaat die trompetter wilde zijn? Van een werkelijk gevecht was er in beide gevallen natuurlijk sprake geweest.